Erg lang geleden dat ik nog op de blog geschreven heb. Het lijkt alsof het gisteren zomer was, en nu is het winter! De tijd is voorbij gevlogen. Ik ben druk bezig geweest in de PTA (oudervereniging), volg nog steeds Italiaans en Art History, en ik heb dit semester een "after school club" begeleid op Luka's school. Op maandagavond had ik een groepje kinderen in mijn Nature and Science Club. Elke week trokken we ofwel naar buiten om de natuur te ontdekken, of deden we binnen proefjes. Bv om de wetenschap van de pannenkoek te doorgronden, om de magische effecten van rodekoolsap te bestuderen in zuren en basen, of om te ontdekken waarom zeep het water verontreinigd. Ze vonden het fijn, de kinderen. En ik ook!
Op school organiseerden we met de PTA Thanksgiving en Halloween (het is en blijft van oorsprong een Amerikaanse school), en vorige week was er een groot Winterfest waarbij ik verantwoordelijk was voor de creatieve dingen (ik kreeg de ronkende titel "Creative Director"...). Gisteren was het de laatste schooldag en organiseerden we een Teacher Appreciation Breakfast. En vandaag is dus de vakantie begonnen.
De meisjes kregen allebei hun rapport mee naar huis. Ze hebben allebei heel goed gewerkt. Jutta behaalden allemaal zessen (klinkt niet goed, maar hier gaat de schaal tot 7, waarbij 7 staat voor Excellent, 6 voor very good en zo verder), en kreeg een graad "Academic Excellence". Emma had vier zevens, één zes en drie vijven.
Jan heeft een nieuwe hobby, hij trekt het bos in om kleine stammetjes te kappen en maakte daarmee al twee stoelen en een kandelaar. Zeer indrukwekkend. Hier een foto van de kandelaar:
Het weer hier is op 't moment niet om over naar huis te schrijven (alhoewel ik dat nu natuurlijk wel aan 't doen ben). Heel grijs miezerweer. In huis is het heel moeilijk warm te krijgen, boven krijgen we het met alle middelen met moeite 14 graden. Ik loop de hele tijd met thermisch ondergoed en minstens één (als ik stil zit twee) wollen trui rond. Gelukkig scheen vorige week de zon nog. Toen heb ik ervan geprofiteerd om goed ingepakt en onder een dekentje in de zon te gaan zitten.
Vorige week vrijdag kwam Jan vroeg naar huis uit de bergen, omdat het daar serieus begon te sneeuwen. Vanaf ons terras hadden we een mooi uitzicht op de besneeuwde Apenijnen:
Maar de sneeuw beet toch in onze neus. We konden het niet laten, en zijn naar ginder gereden om in de sneeuw te gaan spelen. Zo ver is dat uiteindelijk niet, op minder dan een uur rijden zaten we vol in de sneeuw:
Gisterenavond was het voor Jan weer oppassen op de wegen in de bergen, dit keer had het heel erg geijzeld. De bomen waren volledig bedekt met een dikke laag doorzichtig ijs:
Als afsluiter een foto van onze zomerreis naar Sardinië. Ik heb altijd gedacht dat je voor kristalhelder blauw water en witte stranden ergens ver weg op vakantie moest gaan, maar in Sardinië is dat er! En nog niet heel veel toeristen hebben dat ontdekt. Deze foto is Jutta in de zee, het is geen zwembad!
zaterdag 15 december 2012
vrijdag 17 augustus 2012
Ik schreef zojuist een gedichtje en mama zij dat ik het op de blog moest zetten. Hier komt het:
Onze ogen laten ons zien en weten,
ze geven ons iets prachtig,
ze laten ons schoonheid voelen,
Onze handen laten ons gevoelens aanraken,
We hebben een mond die ons laat genieten,
die ons karakter uitdrukt,
Oren laten ons luisteren naar ons hart,
Onze neus laat ons de natuur ruiken,
ze laat ons proeven van het leven.
Dat was het dan ik hoop dat jullie het mooi vinden,
Emma
België
Is er leven op Pluto? Kun je dansen op de maan? Is er een plaats tussen de sterren waar ik heen kan gaan?
Het gras aan de andere kant van de heuvel lijkt altijd groener, maar nu weet ik toch echt dat België mijn plekje tussen de sterren is (en in dit geval was het gras daar ook véél groener dan in Italië ;-)
Na een tijd in Italië begon ik te vergeten wie ik eigenlijk was, alhoewel ik dat daar en toen niet echt besefte. Terug in België was het net of ik na een „beam me up, Scotty” terug uitkristalliseerde. Opeens verscheen ik terug. Ik werd weer helemaal Inge. En dat dankzij alle mensen die me kennen en zien zoals ik ben, en dankzij alle plaatsen die samen mijn speciale nestje vormen.
Dus ik weet het wel, ik hoef niet te twijfelen over België.
Inge
vrijdag 18 mei 2012
Stromboli
En dan zondag 29 april. De langverwachte dag. We verhuisden van Lipari, waar we vier nachten logeerden, naar Stromboli. 's Morgens namen we de draagvleugelboot (skiboot zoals de kinderen hem noemen). Alhoewel hij zo'n 50 km per uur vaart, duurde de tocht (met tussenstop aan het eiland Panarea) toch anderhalf uur.
Het eiland Stromboli is een 2400 m hoge vulkaan, waarvan het topje 924 m boven de zee uit steekt. Het is dus echt een vulkaan en meer niet. Aan de noordkant ligt het dorpje Stromboli, wat nog iet of wat de bewoonde wereld is. Aan de zuidkant ligt het dorpje Ginostra, een geïsoleerd dorp dat enkel over zee bereikbaar is.
Het was in dit dorpje dat wij een B&B hadden. De uitbaters van de B&B hadden ons het advies gegeven om geen grote valiezen mee te nemen, en zo veel mogelijk alles in rugzakken te stoppen. Geen nodeloos advies! Ginostra bezit namelijk geen straten, enkel verhardde paden. En omdat Ginostra op de helling van de Stromboli ligt, zijn die serieus steil ook.
De huizen op Ginostra waren allemaal op min of meer dezelfde manier gebouwd: allemaal kamers naast elkaar die uitkwamen op een terras. Wij hadden een huisje voor onszelf met drie kamers, een keukentje en een terras met zicht op zee (kan bijna niet anders, op Stromboli heb je overal zicht op zee!)
In de namiddag namen we de boot van Ginostra naar de andere kant van het eiland. Van daar vertrok de tocht naar de top van de Stromboli. De Stromboli mag je enkel beklimmen onder begeleiding van een gids. Wij gingen mee met Magmatrek. Voor we vertrokken kreeg iedereen een helm en werd gecontroleerd of iedereen fatsoenlijke bergschoenen aan had, en een winddichte vest, een zaklamp en minstens één liter water per persoon mee had. Geen tocht voor doetjes.
Hier zitten we te wachten tot we gaan vertrekken.
De tocht naar boven duurde ongeveer drie uur. Elk half uur werd er gestopt om wat te drinken, en gaf de gids uitleg. Bij de eerste stop gaf onze gids Lorenzo meer uitleg over de tocht en over de werking van de vulkaan. De Stromboli is, zoals ik in het vijfde middelbaar geleerd had, een vulkaan die heel regelmatig uitbarst. Gemiddeld om de twintig minuten spuwt hij as, sintels en hete gassen uit. Soms gedraagt hij zich abnormaal, en spuwt hij lava. Dat gebeurt om de zoveel jaar en duurt meestal een paar maanden. Geen probleem, dat kunnen de vulkanologen tegenwoordig voorspellen. Oef, dacht ik.
...En dan is er nog een derde soort uitbarstingen, ging Lorenzo verder. Dat gebeurt een keer of twee per jaar. Dan heeft hij wat last van zijn maag (zo interpreteerde ik het tenminste) en spuwt hij grote blokken uit die verder vliegen. En dat is niet te voorspellen.
Lap.
Lorenzo vertelde dat het vorig jaar twee keer gebeurd was toen er geen mensen naar boven aan het gaan waren. Maar in 2010 was hij op weg naar de top toen er opeens blokken lava over hun hoofden vlogen. Die waren iets verderop neergekomen, we moesten seffens maar eens kijken, daar is de vegetatie afgebrand (bemoedigend...). Hij gaf ons nog de raad om als het zou gebeuren, we vooral rustig moesten blijven en naar boven moesten kijken. En dan de blokken ontwijken als ze op ons af zouden vliegen.
Ok?!? En verder ging de tocht. Luka liep al snel voorop naast de gids om allerlei vragen te stellen. Eigenlijk moest iedereen achter de gids blijven, maar Luka kreeg een uitzondering. Luka had de gids gewezen op de vele mestkevers die op het pad zaten. Hij kreeg een speciale opdracht: hij mocht voor de gids lopen en alle mestkevers van het pad aan de kant zetten.
Verderop kwamen we op de naakte hellingen, en ging het allemaal achter elkaar.
Onderweg hoorden we al een paar keer lawaai, de vulkaan die uitbarstte. En nog voor we goed en wel boven waren, zagen we de eerste uitbarsting. Ik was zo "waauw" dat ik mijn fototoestel pas afdrukte toen het zo goed als voorbij was.
Voor we helemaal naar de top gingen, moesten we onze helmen op zetten en iets warmers aan trekken.
En dan gingen we helemaal naar de top. De Stromboli is in drie verschillende perioden actief geweest. De hoogste top is uitgedoofd en de huidige erupties zijn lager. Je kan ze dus mooi bekijken. Je mag ongeveer drie kwartier op de top blijven. Aangezien hij gemiddeld om de twintig minuten uitbarst, zie je bijna zeker een uitbarsting. Wij hadden geluk. De vorige dag was hij niet zo actief geweest, maar wij zagen vijf erupties. Vanop de eerste rij.
In één put zag je constant vuur. Er waren verschillende actieve kratertjes die bijna constant rookten en soms uitbarstten.
En hier dan, eindelijk, de Stromboli die uitbarst:
De tocht naar beneden verliep in het donker (hier was de zaklamp handig). We kregen allemaal een stofmasker omdat we een zandhelling af moesten. Dat was een onwerkelijke ervaring. Het was steil, dus moest je je een bepaalde techniek aanmeten. Zoals een sneeuwhelling aflopen, je hielen in de berg duwen. Het was donker en het stofte enorm.
Na een dik uur kwamen we heel vuil, moe, maar heel tevreden terug beneden aan. Luka kreeg van de gids een T-shirt van Magmatrek cadeau omdat hij zoveel levens gered had. Zijn dag kon al helemaal niet meer stuk.
Na in een bar (véél) gedronken te hebben en nog een stuk pizza gegeten te hebben, gingen we naar het haventje. Daar hadden we afgesproken met een man met een bootje, omdat zo laat de lijnboten niet meer varen. Door het donker zijn we met het bootje door de golven gekliefd en om het eiland gevaren, terug naar Ginostra. Na een douche hebben we heerlijk geslapen!
De volgende dag bleven we nog één dag in Ginostra om uit te rusten. We hebben lekker geluierd en zijn nog naar het lavastrand geweest.
De volgende dag reisden we terug naar Firenze. Het was een reis om nooit te vergeten.
Als uitsmijter een foto van de Eolische Eilanden vanuit Ginostra.
groetjes,
Inge & co
Voor we helemaal naar de top gingen, moesten we onze helmen op zetten en iets warmers aan trekken.
En dan gingen we helemaal naar de top. De Stromboli is in drie verschillende perioden actief geweest. De hoogste top is uitgedoofd en de huidige erupties zijn lager. Je kan ze dus mooi bekijken. Je mag ongeveer drie kwartier op de top blijven. Aangezien hij gemiddeld om de twintig minuten uitbarst, zie je bijna zeker een uitbarsting. Wij hadden geluk. De vorige dag was hij niet zo actief geweest, maar wij zagen vijf erupties. Vanop de eerste rij.
In één put zag je constant vuur. Er waren verschillende actieve kratertjes die bijna constant rookten en soms uitbarstten.
En hier dan, eindelijk, de Stromboli die uitbarst:
waauw!!!
Na een dik uur kwamen we heel vuil, moe, maar heel tevreden terug beneden aan. Luka kreeg van de gids een T-shirt van Magmatrek cadeau omdat hij zoveel levens gered had. Zijn dag kon al helemaal niet meer stuk.
Na in een bar (véél) gedronken te hebben en nog een stuk pizza gegeten te hebben, gingen we naar het haventje. Daar hadden we afgesproken met een man met een bootje, omdat zo laat de lijnboten niet meer varen. Door het donker zijn we met het bootje door de golven gekliefd en om het eiland gevaren, terug naar Ginostra. Na een douche hebben we heerlijk geslapen!
De volgende dag bleven we nog één dag in Ginostra om uit te rusten. We hebben lekker geluierd en zijn nog naar het lavastrand geweest.
De volgende dag reisden we terug naar Firenze. Het was een reis om nooit te vergeten.
Als uitsmijter een foto van de Eolische Eilanden vanuit Ginostra.
groetjes,
Inge & co
zondag 13 mei 2012
Salina
Op zaterdag gingen we naar het eiland Salina. We gingen opnieuw met "La Perla". Onderweg kwamen we een fijne verassing tegen. We zagen in de verte dolfijnen zwemmen. Onze kapitein ging sneller varen, en plots kwamen ze voor onze boot zwemmen! Het was een geweldige belevenis om ze bezig te zien:
Salina is het groenste eiland van de Eolische Eilanden. Het is het enige eiland waar grondwater te vinden is. Op de andere eilanden hebben ze alleen regenwater. En omdat dit voor de huidige levensstandaard niet meer genoeg is, komt er een waterboot die water aanvoert van het vaste land. Omdat op Salina wel water is, is dit het enige eiland waar gewassen verbouwd worden. De specialiteit op Salina zijn kappertjes. Kappertjes zijn de jonge bloempjes van de kapperplant.
Op Salina zijn meerdere dorpjes, wij wilden naar Pollara. Dat is een afgelegen dorpje dat gebouwd is in een oude vulkaankrater. De helft van de krater is er nog, de andere helft is verdwenen in de zee. Dit was onze eerste blik op Pollara:
De manier van leven is daar helemaal anders dan bij ons. We wilden gaan eten in Al Cappero, een restaurant dat verbonden is aan een kappertjesboerderij. Ik had het op internet gevonden, ze werken daar via de slow food principes. Maar daar aangekomen zagen we dat we niet genoeg geld bij hadden. En een bankautomaat hadden ze daar natuurlijk al helemaal niet. We gingen dus naar het restaurant, legden het uit en vroegen of we iets kleins konden eten. Maar de uitbaters zochten meteen een oplossing. De taxichauffeur die ons naar Pollara gebracht had, was een vriend van hen. Ze stelden voor dat we dan 's avonds in het havenstadje (waar ze wel een bankautomaat hebben) geld zouden afhalen en dat aan de taxichauffeur zouden geven. Hij zou hen dan betalen. Dat is hier in Firenze ondenkbaar. Het eten was ook heel lekker!
Il Postino, de Frans-Italiaanse film uit 1994, speelt zich af op Salina. Het huis van il postino (de postbode) staat in Pollara. Ik heb de film nooit gezien, maar nu ga ik toch eens kijken.
In Pollara is ook het strand heel mooi. Het land eindigt in kliffen naar de zee toe. In die kliffen (dus eigenlijk in de vroegere vulkaankrater) zijn huisjes uitgehakt. Vroeger woonden daar mensen, nu worden ze gebruikt als boothuisjes.
We hebben ook eventjes gezwommen in de zee. Het was opnieuw een prachtige dag.
maandag 7 mei 2012
Vulcano
Vrijdag waren we op tijd op pad gegaan om de boot naar Vulcano niet te missen. Er zijn lijnboten tussen de eilanden, maar buiten het zomerseizoen varen ze niet zo dik. Vlak voor de plek waar ze de kaartjes verkopen, werden we aangesproken door een eilander die privéboottochten aanbiedt. Ons eerste gedacht was "afwimpelen". Maar hij vroeg maar 5 euro per persoon meer om met een klein bootje te varen en ook langst de rotskliffen te varen. Dat hebben we dus gedaan. We gingen mee met de 'Perla'.
Dit is een foto van het water in de haven: ook in het water aan biodiversiteit geen gebrek!
Eerst vaarden we langsheen mooie rotsformaties waarvan dit er ééntje is.
Dan gingen we naar Vulcano. Gran Cratere, de slapende vulkaankrater van Vulcano, mag je alleen beklimmen. Hij is ietsje meer dan 300 m hoog. In een uurtje flink klimmen ben je boven.
Wij gingen in de voormiddag, maar het was al flink warm. Het donkere gesteente van de vulkaan warmt goed op. In de zomer moet het hier echt een bakoven zijn!
Op de top van de vulkaan waren langsheen de krater heel wat zwavelrookputten. Die waren heel heet. We zijn er onder de wind eventjes naartoe gegaan om te kijken.
Het was heel indrukwekkend allemaal.
Namiddag zijn we naar een natuurlijk modderbad gegaan. De weg er naartoe ging door een holle weg. Niet zo eentje als de Bijgaertstraat, maar één met rokende zwavelputjes aan twee kanten!
We hadden onze voorzorgen genomen, en onze oudste badpakken meegenomen. En maar goed ook. Ik ruik nu soms nog zwavel in de trui die ik de avond daarna (na mijn douche!) aan had. Ook de washandjes waar we ons 's avonds mee gewassen hebben, ruiken nu na een wasbeurt nog naar zwavel.
Het is echt gewoon een put in de grond waar je als varkens in mag gaan liggen rollen.
Dit is een foto van het water in de haven: ook in het water aan biodiversiteit geen gebrek!
Luka en Jutta hebben even voor kapitein mogen spelen.
Dan gingen we naar Vulcano. Gran Cratere, de slapende vulkaankrater van Vulcano, mag je alleen beklimmen. Hij is ietsje meer dan 300 m hoog. In een uurtje flink klimmen ben je boven.
Wij gingen in de voormiddag, maar het was al flink warm. Het donkere gesteente van de vulkaan warmt goed op. In de zomer moet het hier echt een bakoven zijn!
Op de top van de vulkaan waren langsheen de krater heel wat zwavelrookputten. Die waren heel heet. We zijn er onder de wind eventjes naartoe gegaan om te kijken.
Het was heel indrukwekkend allemaal.
Namiddag zijn we naar een natuurlijk modderbad gegaan. De weg er naartoe ging door een holle weg. Niet zo eentje als de Bijgaertstraat, maar één met rokende zwavelputjes aan twee kanten!
We hadden onze voorzorgen genomen, en onze oudste badpakken meegenomen. En maar goed ook. Ik ruik nu soms nog zwavel in de trui die ik de avond daarna (na mijn douche!) aan had. Ook de washandjes waar we ons 's avonds mee gewassen hebben, ruiken nu na een wasbeurt nog naar zwavel.
Het is echt gewoon een put in de grond waar je als varkens in mag gaan liggen rollen.
Voor 2 euro inkom een heilzaam modderbad. Het zou goed zijn voor reuma en huidziekten, voor de gewrichten in het algemeen en voor ademhalingsproblemen. Alleen kinderen mogen er niet in. Zeer ongezond voor hen, zei de meneer aan de inkom. Hij liet ons de borden lezen. In 't Engels mag je er niet in onder de 18 jaar, in 't Italiaans niet onder de 15 jaar. Hij vroeg hoe oud Emma is: 13. Ah, dan mag ze er wel een minuutje of 5 in. Waar het omslagpunt van heel ongezond naar heel gezond ligt, is me niet helemaal duidelijk...
Wat wel heel duidelijk was is dat ze ook schreven dat je de modder niet op je gezicht moet smeren. Een paar toeristen hadden dat duidelijk niet gelezen. En natuurlijk pikt dat geweldig als er modder met zwavel en weet ik veel wat allemaal in je ogen komt!
De bodem van de poel was op sommige plaatsen behoorlijk warm, en er kwamen ook fijne belletjes naar boven.
Gelukkig was de Centerparcs-zee met natuurlijk broebelbad vlakbij. Daar mochten de kinderen wel in.
Het was een stukje waden door de koude zee voor je aan de broebels kwam, maar die waren wel warm! Zo warm dat de alom aanwezige kwallen er blijkbaar gekookt werden. Want er dreven overal kleine stukjes wittig spul (die ik als bioloog natuurlijk van dichtbij bestudeerd heb). De meneer aan de inkom had ons al gewaarschuwd dat de stenen op de bodem heet konden zijn, en je dus best sandalen aan deed. Wat je natuurlijk niet beschermt als je met de zijkant van je voet tegen een steen komt. Wat Luka natuurlijk deed. Luka kwam verder ook nog een levende kwal tegen die daar blijkbaar nog maar net terecht gekomen was en met de broebel mee naar boven kwam.
Ik had wel de bedenking dat dit soort dingen, en ook de zwavelopeningen op Vulcano, in Amerika nooit vrij toegankelijk zouden zijn voor het publiek. Maar het was wel plezant!
Lipari
We logeerden vier nachten op Lipari, in een typische villa die al zestig jaar een hotel is. Jan kon het de eerste dag niet laten om achter zijn computer te kruipen. Maar hij had wel een mooi kantoor:
Lipari is het grootste Eolische Eiland: 37 vierkante km groot en iets meer dan 10 000 inwoners. Een kleine gemeente in België dus. Maar het ligt wel 40km ver weg van Sicilië. Er zijn een paar dorpjes op het eiland.
Het eiland is, zoals alle Eolische Eilanden, ontstaan door vulkanische werking. Er zijn hele grote puimsteengebieden, en ook obsidiaan (vulkanisch glas) komt er in grote aders voor. We wandelden een heel eind langs de kust, op zoek naar deze gesteenten. Langs de weg zagen we een grote puimsteencanyon, spierwit:
En ook de obsidiaan vonden we. Op een strand lagen heel veel ronde stenen met een dof, zwart uiterlijk. Maar ze braken als glas en waren dan vlijmscherp.
En overal bloemen, reusachtige venkels:
Grote geraniums die overal in het wild groeiden:
En ook de aangeplante bloemen waren spectaculair:
Toen we moe gestapt waren, wilden we met de bus terug. Alleen rijden de bussen er niet zo stipt als we zouden willen. Gelukkig zagen we een taxi aankomen, die voor ons stopte. Hij kon ons niet direct terug brengen, want hij was bezig met een rondrit over het eiland met twee Canadese zussen. We mochten wel mee. Goed voor ons, dan zagen we ook de andere kant van het eiland. En ook goed voor de twee Canadese zussen. Zij spraken geen woord Italiaans. En zoals veel andere Italianen sprak de taxichauffeur ook geen woord Engels. Wij hebben dus voor tolk gespeeld. Wel dapper van die zussen: ze reizen een maand door Italië, zonder gps en zonder Italiaans te spreken...
Op één van de uitkijkpunten zagen we een natuurlijke boog aan de kliffen van Lipari, en Vulcano op de achtergrond.
's Avonds bezochten we de burcht van Lipari. Daar hadden ze een kerk waar de boerkens van Olen eens dringend met hun koe langs moeten gaan:
En het zat er vol katten. Die zich behoorlijk menselijk gedroegen.
Lipari is het grootste Eolische Eiland: 37 vierkante km groot en iets meer dan 10 000 inwoners. Een kleine gemeente in België dus. Maar het ligt wel 40km ver weg van Sicilië. Er zijn een paar dorpjes op het eiland.
Het eiland is, zoals alle Eolische Eilanden, ontstaan door vulkanische werking. Er zijn hele grote puimsteengebieden, en ook obsidiaan (vulkanisch glas) komt er in grote aders voor. We wandelden een heel eind langs de kust, op zoek naar deze gesteenten. Langs de weg zagen we een grote puimsteencanyon, spierwit:
En ook de obsidiaan vonden we. Op een strand lagen heel veel ronde stenen met een dof, zwart uiterlijk. Maar ze braken als glas en waren dan vlijmscherp.
En overal bloemen, reusachtige venkels:
Grote geraniums die overal in het wild groeiden:
En ook de aangeplante bloemen waren spectaculair:
Toen we moe gestapt waren, wilden we met de bus terug. Alleen rijden de bussen er niet zo stipt als we zouden willen. Gelukkig zagen we een taxi aankomen, die voor ons stopte. Hij kon ons niet direct terug brengen, want hij was bezig met een rondrit over het eiland met twee Canadese zussen. We mochten wel mee. Goed voor ons, dan zagen we ook de andere kant van het eiland. En ook goed voor de twee Canadese zussen. Zij spraken geen woord Italiaans. En zoals veel andere Italianen sprak de taxichauffeur ook geen woord Engels. Wij hebben dus voor tolk gespeeld. Wel dapper van die zussen: ze reizen een maand door Italië, zonder gps en zonder Italiaans te spreken...
Op één van de uitkijkpunten zagen we een natuurlijke boog aan de kliffen van Lipari, en Vulcano op de achtergrond.
's Avonds bezochten we de burcht van Lipari. Daar hadden ze een kerk waar de boerkens van Olen eens dringend met hun koe langs moeten gaan:
En het zat er vol katten. Die zich behoorlijk menselijk gedroegen.
De Eolische Eilanden
Toen ik 17 was, leerden we in de aardrijkskundeklas bij meneer van Otterdijk over vulkanen. We leerden dat er verschillende vulkaantypes waren, waaronder het Stromboli-type. Dit type vulkaan barst heel regelmatig uit, met voorspelbare, niet gevaarlijke erupties.
Wauw... ! Dacht ik toen. Die wil ik ooit wel eens zien!
Toen ik 40 was (ja ja, mijn leven is nu echt begonnen), woonden we in Italië. En ook de Stromboli ligt toevallig in Italië. Die kans konden we natuurlijk niet laten schieten. De Stromboli is één van de Eolische Eilanden (je weet wel, die waar de god van de winden woonde en waar ook Aeneas nog gepasseerd is), die op hun beurt net ten noorden van Sicilië liggen. Niet echt bij de deur, maar close enough.
Op 25 april (nationale feestdag in Italië en dus een vrije dag) vertrokken we met de auto richting zuiden. We vertrokken voor ons doen heel vroeg (om 6 uur 's morgens) omdat we twee veerboten te halen hadden. Tot Napels ging de rit heel vlot. Goede autostrade, helemaal niet druk. Daar reden we met een grote boog rondom de Vesuvius. Indrukwekkende berg!
En toen waren we echt in het zuiden. We hadden een paar dagen tevoren in de krant gelezen dat de werknemers van het Nationale Park in de krater van de Vesuvius gekropen waren. Uit protest omdat ze het beu waren dat er nooit geen geld was voor enig onderhoud. Wel, we begrijpen die mannen.
De autostrade ten zuiden van Napels is één grote bouwwerf. Mijn juf Italiaans, die van daar is, had ons al gewaarschuwd. Ze zijn daar naar 't schijnt al 25 jaar aan de weg aan het werken...
Maar 't is daar wel prachtig. We reden door de regio's Campanië, Basilicata en Calabrië. Ik had nooit gedacht dat het daar zo groen was in het voorjaar, en dat er zo'n hoge bergen waren.
We kwamen er wel een staaltje typisch Italiaans sjoemelen tegen. 's Middags wilden we in een groot winkelcentrum (à la Wijnegem shoppingcenter) gaan eten, en we zochten een plekje op de parking. Om de zoveel tijd zagen we wat aftandse strandstoelen staan, met aftandse (meestal zonder tanden) mannen er in. Toen we geparkeerd waren, kwam er eentje naar ons toe en vroeg om geld. Zogezegd om op onze auto te passen. We hadden al gehoord dat dit bestond. Blijkbaar bestaat de kans dat je auto er niet meer is als je niet meespeelt en betaalt. En effectief, iedereen betaalt daar ook.
Op 't puntje van Italië's teen aangekomen, moesten we de veerboot op naar Sicilië. Dat ging heel vlot, elke 40 minuten vaart er een boot. Ik had op een website gelezen dat Caronte & Tourist de oude overzetboten die naar Texel vaarden gebruiken, en inderdaad kwam de boot me wel bekend voor. Vooral dan het dek waar je buiten kon, herinner ik me nog uit mijn jeugd.
Op de terugreis kwamen we op een boot terecht die de "Vestfold" heet, en waar er nog borden met Scandinavische teksten hingen. Waarbij je als je die bekijkt, een vaag gevoel krijgt dat er in Noorwegen toch minder mensen per boot vervoerd werden.
Die Italianen maken er niet te veel poespas van. Eenheid in hun vloot is blijkbaar niet belangrijk, als 't maar vaart. We zijn heel aan de overkant geraakt.
Op Sicilië aangekomen, moesten we nog een dik half uur rijden tot Milazzo. Van daar vertrekken de boten naar de Eolische Eilanden. We vonden een typisch Italiaanse garage, zo eentje waar je je sleutel moet afgeven en waar de familie (vader, zonen en een paar neven) alle auto's op een hoop parkeert en waar een spelletje "rush hour" gespeeld moet worden om je auto daarna er weer uit te krijgen. We lieten onze auto daar achter en werden naar de haven gebracht.
Daar namen we een catamaran naar Lipari, het grootste van de Eolische Eilanden.
Na een uurtje varen kwamen we dan aan op de Eolische Eilanden. Het is daar één groot (geologisch) pretpark, maar dan in 't echt!
We zagen vulkanische fumarole activiteiten en uitbarstingen. Niet op National Geographic, maar in 't echt.
We zwommen in water waarin het broebelde. Niet in Center Parcs, maar in 't echt.
We gingen in een modderbad. Niet in een wellnesscentrum, maar in 't echt.
Het water was heel klaar en prachtig blauw. Niet met badolie, maar in 't echt.
We zagen een hele collectie vulkanische stenen en kristallen. Niet in een museum, maar in 't echt.
We zagen dolfijnen van op een meter afstand. Niet in het Boudewijnpark maar in 't echt.
En ik zag de Stromboli. Niet in een aardrijkskundeboek, maar in 't echt!
Wauw... ! Dacht ik toen. Die wil ik ooit wel eens zien!
Toen ik 40 was (ja ja, mijn leven is nu echt begonnen), woonden we in Italië. En ook de Stromboli ligt toevallig in Italië. Die kans konden we natuurlijk niet laten schieten. De Stromboli is één van de Eolische Eilanden (je weet wel, die waar de god van de winden woonde en waar ook Aeneas nog gepasseerd is), die op hun beurt net ten noorden van Sicilië liggen. Niet echt bij de deur, maar close enough.
Op 25 april (nationale feestdag in Italië en dus een vrije dag) vertrokken we met de auto richting zuiden. We vertrokken voor ons doen heel vroeg (om 6 uur 's morgens) omdat we twee veerboten te halen hadden. Tot Napels ging de rit heel vlot. Goede autostrade, helemaal niet druk. Daar reden we met een grote boog rondom de Vesuvius. Indrukwekkende berg!
En toen waren we echt in het zuiden. We hadden een paar dagen tevoren in de krant gelezen dat de werknemers van het Nationale Park in de krater van de Vesuvius gekropen waren. Uit protest omdat ze het beu waren dat er nooit geen geld was voor enig onderhoud. Wel, we begrijpen die mannen.
De autostrade ten zuiden van Napels is één grote bouwwerf. Mijn juf Italiaans, die van daar is, had ons al gewaarschuwd. Ze zijn daar naar 't schijnt al 25 jaar aan de weg aan het werken...
Maar 't is daar wel prachtig. We reden door de regio's Campanië, Basilicata en Calabrië. Ik had nooit gedacht dat het daar zo groen was in het voorjaar, en dat er zo'n hoge bergen waren.
We kwamen er wel een staaltje typisch Italiaans sjoemelen tegen. 's Middags wilden we in een groot winkelcentrum (à la Wijnegem shoppingcenter) gaan eten, en we zochten een plekje op de parking. Om de zoveel tijd zagen we wat aftandse strandstoelen staan, met aftandse (meestal zonder tanden) mannen er in. Toen we geparkeerd waren, kwam er eentje naar ons toe en vroeg om geld. Zogezegd om op onze auto te passen. We hadden al gehoord dat dit bestond. Blijkbaar bestaat de kans dat je auto er niet meer is als je niet meespeelt en betaalt. En effectief, iedereen betaalt daar ook.
Op 't puntje van Italië's teen aangekomen, moesten we de veerboot op naar Sicilië. Dat ging heel vlot, elke 40 minuten vaart er een boot. Ik had op een website gelezen dat Caronte & Tourist de oude overzetboten die naar Texel vaarden gebruiken, en inderdaad kwam de boot me wel bekend voor. Vooral dan het dek waar je buiten kon, herinner ik me nog uit mijn jeugd.
Op de terugreis kwamen we op een boot terecht die de "Vestfold" heet, en waar er nog borden met Scandinavische teksten hingen. Waarbij je als je die bekijkt, een vaag gevoel krijgt dat er in Noorwegen toch minder mensen per boot vervoerd werden.
Die Italianen maken er niet te veel poespas van. Eenheid in hun vloot is blijkbaar niet belangrijk, als 't maar vaart. We zijn heel aan de overkant geraakt.
Op Sicilië aangekomen, moesten we nog een dik half uur rijden tot Milazzo. Van daar vertrekken de boten naar de Eolische Eilanden. We vonden een typisch Italiaanse garage, zo eentje waar je je sleutel moet afgeven en waar de familie (vader, zonen en een paar neven) alle auto's op een hoop parkeert en waar een spelletje "rush hour" gespeeld moet worden om je auto daarna er weer uit te krijgen. We lieten onze auto daar achter en werden naar de haven gebracht.
Daar namen we een catamaran naar Lipari, het grootste van de Eolische Eilanden.
Na een uurtje varen kwamen we dan aan op de Eolische Eilanden. Het is daar één groot (geologisch) pretpark, maar dan in 't echt!
We zagen vulkanische fumarole activiteiten en uitbarstingen. Niet op National Geographic, maar in 't echt.
We zwommen in water waarin het broebelde. Niet in Center Parcs, maar in 't echt.
We gingen in een modderbad. Niet in een wellnesscentrum, maar in 't echt.
Het water was heel klaar en prachtig blauw. Niet met badolie, maar in 't echt.
We zagen een hele collectie vulkanische stenen en kristallen. Niet in een museum, maar in 't echt.
We zagen dolfijnen van op een meter afstand. Niet in het Boudewijnpark maar in 't echt.
En ik zag de Stromboli. Niet in een aardrijkskundeboek, maar in 't echt!
donderdag 2 februari 2012
Sneeuw!
Er werd al een week over gepraat dat het zou gaan sneeuwen, en ik geloofde er niet veel van. Want sinds het begin van het jaar heeft het hier nog maar één dag geregend. Maar zondag begon het ook overdag guur te worden, en dinsdag begon het dan toch echt te sneeuwen. Weliswaar maar kleine vlokjes en hij bleef niet liggen. Van de school kwam er al direct een e-mail om te melden dat de school misschien gesloten ging worden. Ik dacht "jaja, stel overdreven Amerikanen..." Vorig jaar had het hier effectief hard gesneeuwd en waren er een hele boel mensen niet thuis geraakt. Ze wilden dus geen risico's nemen...
Dinsdag kwamen de kinderen een uur eerder thuis van 't school. Om vier uur ben ik met Emma nog een paar boodschappen gaan doen in Impruneta. Toen we vertrokken, sneeuwde het nog steeds kleine vlokjes, maar bleef hij niet liggen. Het was toen een halve graad. Toen we een half uurtje later naar huis reden, was het net nul graden, en bleef hij wel liggen.
's Avonds kregen we dan telefoon dat het de volgende dag geen school zou zijn. Toen lag er hier een centimeter of twee en vond ik het nog steeds overdreven.
Maar het heeft de hele nacht door gesneeuwd, en toen we opstonden lag er een hele sneeuwdeken! Het was net of we in een wintersportgebied wakker werden. Het waaide ook serieus en er werd heel wat sneeuw opgestuifd. We hebben gemeten, en er lag 17 centimeter sneeuw.
Omdat we hier serieus wat helling hebben, was dat natuurlijk ideaal om te sleeën. De kinderen hebben op verschillende plaatsen sleepistes aangelegd. We hebben een echte slee, maar ook de piepschuimen surfplanken konden goed dienen als slee! En ook ik ben een paar keer de berg af gegaan. Geweldig, waarom op skivakantie gaan?
Luka is bijna de hele dag buiten geweest.
't Is binnen wel te merken dat het buiten koud is. In de living waar de pelletkachel staat, is het wel warm te krijgen, als ik alle deuren dicht houd. Maar vooral in de badkamers op het oosten is het niet al te warm. Ook in onze slaapkamer is het maar tussen de 13 en de 15 graden. Ondertussen ben ik het al wat gewend en kleed ik me erop.
Vandaag was het wel school. Aan de twee scholen ligt niet zo veel sneeuw. Hier nog steeds wel. Met Jan zijn auto geraken we overal, maar mijn Mini geraakt de helling naast de buren al niet op.
Jan heeft vandaag thuis gewerkt. Al maar goed. In Gaggio Montano (in de bergen waar de fabriek staat) is een meter sneeuw gevallen en geraakt niemand nog voor- of achteruit.
Daarnet hebben we pannenkoeken gegeten omdat het Lichtmis is, hmm... (goeie tradities moet men in ere houden!)
groetjes,
Inge & Co
Dinsdag kwamen de kinderen een uur eerder thuis van 't school. Om vier uur ben ik met Emma nog een paar boodschappen gaan doen in Impruneta. Toen we vertrokken, sneeuwde het nog steeds kleine vlokjes, maar bleef hij niet liggen. Het was toen een halve graad. Toen we een half uurtje later naar huis reden, was het net nul graden, en bleef hij wel liggen.
's Avonds kregen we dan telefoon dat het de volgende dag geen school zou zijn. Toen lag er hier een centimeter of twee en vond ik het nog steeds overdreven.
Maar het heeft de hele nacht door gesneeuwd, en toen we opstonden lag er een hele sneeuwdeken! Het was net of we in een wintersportgebied wakker werden. Het waaide ook serieus en er werd heel wat sneeuw opgestuifd. We hebben gemeten, en er lag 17 centimeter sneeuw.
Omdat we hier serieus wat helling hebben, was dat natuurlijk ideaal om te sleeën. De kinderen hebben op verschillende plaatsen sleepistes aangelegd. We hebben een echte slee, maar ook de piepschuimen surfplanken konden goed dienen als slee! En ook ik ben een paar keer de berg af gegaan. Geweldig, waarom op skivakantie gaan?
Luka is bijna de hele dag buiten geweest.
't Is binnen wel te merken dat het buiten koud is. In de living waar de pelletkachel staat, is het wel warm te krijgen, als ik alle deuren dicht houd. Maar vooral in de badkamers op het oosten is het niet al te warm. Ook in onze slaapkamer is het maar tussen de 13 en de 15 graden. Ondertussen ben ik het al wat gewend en kleed ik me erop.
Vandaag was het wel school. Aan de twee scholen ligt niet zo veel sneeuw. Hier nog steeds wel. Met Jan zijn auto geraken we overal, maar mijn Mini geraakt de helling naast de buren al niet op.
Jan heeft vandaag thuis gewerkt. Al maar goed. In Gaggio Montano (in de bergen waar de fabriek staat) is een meter sneeuw gevallen en geraakt niemand nog voor- of achteruit.
Daarnet hebben we pannenkoeken gegeten omdat het Lichtmis is, hmm... (goeie tradities moet men in ere houden!)
groetjes,
Inge & Co
Abonneren op:
Posts (Atom)